Hoe zitten we in elkaar?
Wat we in elk geval hebben is een lichaam en een brein. Dat brein werkt samen met het lichaam.
Je brein onthoudt al je ervaringen en ook je lichaam heeft geheugen. Een deel van je brein heeft als taak om je veilig en in leven te houden. Als iets nog maar lijkt op een situatie van het verre of meer nabije verleden, die niet fijn was of zelfs gevaarlijk, dan waarschuwt dat deel van je brein je direct. Nog voordat je het bewust beseft.
Als dat deel van je brein gevaar herkent – of dat nu echt een werkelijk gevaar is of niet, dan worden én je brein én je lichaam in een fractie van een seconde klaargezet om in actie te komen. Zeker als het als groot gevaar wordt gedetecteerd kom je in primitief gedrag, zoals vechten, vluchten, bevriezen.
Wat we daarmee doen, is in een overlevingsstrategie, of afweer, terechtkomen. Dat maakt dat we op dat moment moeite hebben om objectief naar de werkelijkheid te kijken.
Dat vechten, vluchten, bevriezen, of in een afweer terecht komen kost heel veel energie. Dat maakt dat we te veel van onze reserves opgebruiken om (elke keer weer) te herstellen en door te kunnen. Dit veroorzaakt een onbalans in brein en klachten in het lichaam, waardoor alles steeds moeilijker wordt. Hierdoor kun je klachten ontwikkelen zoals
• hoge stress, burnout
• trauma
• onbalans
• relatieproblemen
• angst
• agressie
• apathie
• verslaving
• lichamelijke klachten
